zondag 13 oktober 2013

Omdenken

Gisteren was het acht jaar geleden dat ik de diagnose MS kreeg. We waren net terug van een weekendje Praag. Steile lange roltrap bij het metrostation, ik had het gevoel dat ik van de roltrap af zou storten als ik naar beneden keek. Dus draaide ik me maar om, dan ging het. Verder een geweldig weekend gehad, Praag is een mooie stad,  EK-wedstrijd Tsjechië/ Nederland gezien. Wel snel moe met wandelen en de dreiging van de MRI-uitslag hing al in de lucht.

Witte vlekken te zien in hersenen en ruggemerg, ook de ruggeprik naderhand wees  onverbiddelijk op MS. Eigenlijk hadden we die avond een voorstelling van Dolf Jansen. Sorry Dolf, daar hadden we even geen zin in. Hij loopt al net zo snel dan dat hij praat, dus dat was op dat moment even te veel van het goede.
In het begin dacht ik dat het misschien niet de moeite zou zijn om nog nieuwe hardloopschoenen te kopen. Inmiddels ben ik al weer heel wat paren verder. Ze slijten snel tegenwoordig. Dat ligt niet aan het aantal kilometers dat ik erop loop, jammer genoeg. Maar ik loop nog en ik heb al wéér nieuwe schoenen.
Mensen die iets ergs meemaken zeggen wel eens dat het ze ook wel veel goeds heeft gebracht. Dat vind ik bij mij niet. Ik heb geen nieuwe inzichten, ben geen beter mens geworden of wat dan ook. Het gaat zoals het gaat. Soms wat beter en soms wat slechter, soms optimistisch en soms dramatisch.
Vrijdag heb ik op de vuilnisbelt getraind. Ik was er op de fiets naar toe. Vroeger liep ik, maar als ik dat nu doe krijg ik, als ik daar ben mijn benen al niet meer opgetild. Nadat ik mijn fiets had gestald heb ik eerst een verkennend rondje om de bult gedaan. Aan één stuk. Daarna tien keer het lange langzame stuk omhoog. Met het venijnige klimmetje op het eind. Het regende en het ging steeds harder regenen. Na elke beklimming heb ik wat oefeningen gedaan. Mooi, daar stond ik dan. In de stromende regen en ik keek uit over de weilanden. De lucht was grijs, in de verte zag ik wat koeien. Van de struik met rode bessen vielen regendruppels naar beneden. Iedere keer wat moeizamer, op het laatst bijna wankelend boven. Tien keer had ik me voorgenomen, tien keer deed ik het. Naderhand blij als je eindelijk je doorweekte bebloede sokken uit hebt en dat akelig stukje nagel dat zo venijnig in je andere teen prikte hebt afgeknipt. Blij als de warme stralen van de douche je koude handen weer prikkelend tot leven brengen. O, de ware vreugde van het lopen.
Vandaag weer getraind. Weer moeizaam, bah niks aan. Maar we houden goede moed. Bij de koffie thuis hadden we het over de invloed die hypnose zou kunnen hebben op het hardlopen. Of je dan sneller zou kunnen lopen, of beter. Ik hou daarvan, om daarover te fantaseren. Tegelijkertijd las ik een verhaal over iemand die zich alleen maar dingen van vroeger herinnerde. Sinds een operatie kwamen daar geen nieuwe herinneringen meer bij. O, hoe wonderlijk werkt het brein.
Ergens in mijn brein bevinden zich dus wat beschadigingen waardoor signalen niet altijd even goed meer doorkomen. Wat storing in de bedrading. Gelukkig beperkt zich dat tot nu toe in het niet altijd meer evengoed optillen van mijn benen tijdens het hardlopen. Soms wat instabiel, beetje onhandig. Zou mooi zijn als je dat kon omdenken, dat de prikkel via een ander lijntje gaat. Zenuwbanen genoeg zou je zeggen, maar dat lukt nog niet zo goed.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten