woensdag 11 februari 2015

Anaerobe drempel

Over twee weken heb ik weer een afspraak met de neuroloog en met de MS-verpleegkundige. Dan moet ik weer eens goed nadenken wat ik wil bespreken. Dat op zich is wel een goed teken misschien, als het gelijk overduidelijk was, is dat minder gunstig waarschijnlijk. “ Dokter, ik heb geen vijfkilometertijd meer, laat staan een tienkilometer. Dat haal ik echt nooit meer.”….. “Ik weet niet meer waar mijn anaerobe drempel ligt dokter, of hoe ik daar aan kom.” …..Mwah, misschien niet echt onderwerpen waar hij wat mee kan. Wat dan wel? Hoe gaat het dan eigenlijk met me? Ik weet niet eens wat ik er zelf van vind. Soms hoor ik mezelf heel opgewekt vertellen dat het best heel goed gaat, behalve het lopen dan. Een andere keer kan ik echt diepongelukkig zijn, dat het allemaal toch wel minder gaat. Allerlei rampscenario’s trekken door mijn geest, zware tijden. Meestal heb ik dan slecht gelopen. Het leert je wel nederig te zijn. Loop je je trainingsrondje, in het begin goed. Je hoeft niet te wandelen, maar het gaat steeds zwaarder. Het kost steeds meer moeite om je benen op te tillen. Kom je langs de basisschool. Het lijkt wel of er een vertraagde film aan je voorbijtrekt. De kinderen spelen op het plein, de juf lacht naar je en steekt haar beide duimen omhoog…. De film vertraagt niet, je bent het zelf. Elke stap kost moeite en kracht. Dan word je ingehaald door een vrolijk Nordic-walking echtpaar. Je kent ze wel: grijs, goedgekapt, lekkere outdoorjas, stevige wandelschoenen aan en dan met flinke wandelpas inhalen: “Ja, dat is ook niet eerlijk, wij hebben een paar extra benen!” Nog een beetje aardig gaan zitten te doen ook nog! Dus,….. nederig. Dan kost het daarna wel even tijd om weer de moed bij elkaar te rapen. Minstens het hele huis stofzuigen, wc poetsen, badkamer poetsen, strijken, koffiedrinken, mopperen, zeuren en dan gaat het weer. Maar dan heb je ook weer van die dagen dat je een training hebt en dat het best wel gaat. Dat op de terugweg het tankstation vrolijk “Amigo!” tegen je roept. Je doet boodschappen en met een zwierige zwaai zet je ’hatsiekeflatskie’ je winkelwagentje weer terug. Die dag komt dus wel goed.

Maar ja, hoe gaat het dan? Er zijn dingen die steeds meer moeite kosten. Hardlopen, benen goed optillen, langer wandelen. Sommige dingen gaan juist op het moment wat beter, ik slaap weer goed, heb niet zulke pijnlijke spieren. Ook lijk ik iets minder stijf te worden. Ik kan bijvoorbeeld weer met gestrekte benen voorover buigen en dan met mijn handen aan de grond. Er zijn ook tijden geweest dat ik maar tot mijn knieën kwam. Op één been staan is moeilijk, met name links. Dit lukt soms maar een paar seconden, voordat ik mijn evenwicht verlies. Een andere keer gaat het beter en sta ik, een beetje wiebelig dat wel, een paar minuten op één been. Dan vraag ik me nu af hoeveel mensen dit ook gaan proberen. Jij niet natuurlijk, of toch? Is  iets wat de meeste mensen niet dagelijks doen ….. en je wil het wel graag weten. Even testen dan? Ik doe dat dus wel. Vaak zelfs. Helpt het al? Ik weet het niet. Maar ja, als de dokter dan vraagt hoe het me met gaat zeg ik gewoon dat ik niet zo lang op mijn linkerbeen kan staan. Of die daar wat voor kan bedenken. En hoe dat nou moet met mijn anaerobe drempel en al die andere drempels die ik tegen kom. Of die daar wel eens over nagedacht heeft…………..

1 opmerking:

  1. Ik kan me voorstellen dat het toch voor jou een domper is dat je minder kan presteren. Maar ik vind het juist knap.: Jij doet tenminste nog wat en je doet je best..... Er zijn vele die heel anders zijn.
    Zelf hoop ik binnen enkele weken weer op een woensdagochtendtraining mee te kunnen doen. Het ligt aan mijn werkrooster.

    BeantwoordenVerwijderen